Tuesday, December 29, 2009

Wit op straat

De Oegandese politie is de laatste tijd lekker op dreef. Kon je je voorheen nog wel eens ergeren aan gepruts en gelummel van een in onzichtbaar kaki gestoken agent op een drukke kruising, geen fluitje en geen wapen (lees:geen gezag). Tegenwoordig kun je bijna niet om de in smetteloos wit gestoken verkeersagenten heen. Alhoewel...


In het Oegandese verkeer gelden weinig verkeersregels zoals je die kent van Nederland. Ik ken die Nederlandse regels trouwens ook niet, want heb er nooit gereden. Mijn rijbewijs heb ik in de woestijn gehaald. Ik rijd dus als elke andere Oegandees.
Voorrang op de rotonde? Ja, als je een grotere auto hebt en een beetje doorrijdt. Stoppen voor een rood stoplicht? Nee, dat geeft meer een indicatie dat de auto’s achter je langzamerhand moeten gaan stoppen omdat de tegengestelde richting er al aan komt. Als het kan rijdt je gewoon nog even door.

Met je auto oversteken op een drukke weg? Voetstapsgewijs steeds de auto een beetje verder de weg op drukken, totdat het verkeer van de andere kant geblokkeerd wordt en je kunt oversteken. Vaak zie je auto’s tot ver over de andere weghelft uitweiden om een pothole te mijden, zigzaggend over de stoep. Er is hier zelfs een gezegde dat diegene diein een rechte lijn rijdt een borrel op zou hebben. Die ziet de potholes blijkbaar niet meer. Trouwens, over met alcohol op achter het stuur luidde het advies van een agent op de radio als volgt: Voor mannen niet meer dan 2 bier (bier is alleen in 500ml flessen te koop, dus dat betekend 1 liter bier!) en daarna niet meer dan 1 bier per uur. Vrouwen kunnen een paar cola-warangi (lokale gin) drinken, daarna moeten ze rustig aan doen. Tijdens de schaarse alcoholcontroles wordt de vraag gesteld: heb je gedronken? Als het antwoord nee is, en ze ruiken niet te veel alcoholwalm, dan mag je doorrijden (wat kunnen ze ook anders zonder testapparaten).

Over gebrek aan “kaki” op straat hebben we hier niet te klagen. De PVV zou jaloers zijn. Het probleem zit hem vooral in complete onwetendheid van de verkeersregels maar misschien nog meer in het gebrek aan respect voor die regels en de verkeerspolitie. Het feit dat iemand met gemak kan doorrijden als je tot stoppen wordt gewuifd door een motorloze agente, zonder daar verdere consequenties van te ondervinden zegt al genoeg.

Maar daar is zoals gezegt de laatste tijd wat verandering in gekomen. Het kaki van de verkeerspolitie is vervangen door keurig gesteven wit. Er wordt strenger gecontroleerd of boda-boda rijders een helm dragen. Er staan steeds meer patrouilles langs de weg, waarbij ook een af en toe een politiemotor op te merken valt. Controles voor rijbewijs, verzekering, en banden worden steeds vaker systematisch uitgevoerd. Regelmatig wordt ook ik aangehouden met mijn oude Sussuki. Ik houd dan het verplichte praatje:
“Oh, you are from Holland? You are lucky, we have good relations with Holland.”
Meestal kan ik dan, na het laten zien van mijn rijbewijs, doorrijden. Is het niet in orde, kun je meteen door naar het politiebureau om je auto te parkeren en de sleutels in te leveren totdat de bon bij de bank betaald is. Een vriendin van mij werd heel kwaad toen haar dat overkwam en de agente ongevraagd bij haar in de auto kwam zitten om samen naar het politiebureau te gaan. Haar autoverzekering was verlopen. Ze heeft toen met de boze agente in de auto stug eerst al haar boodschappen gedaan. De agente dreigde haar aan te klagen voor ontvoering, zij, op haar beurt, dreigde de agente aan te klagen voor het betreden van haar auto zonder officieel bevel. Uiteindelijk heeft ze tussen de geboeide gevangenen op het bureau gezeten totdat haar man de bon betaald had. Haar rijbewijs was ook nog verlopen, maar door de agenten een paar soda’s aan te bieden werd daar verder niet over gepraat. Heel fout natuurlijk, zo wordt het nooit wat…

Ook wij waren de pineut. Op een zondagmiddag besloten we de kinderen even bij Polly te laten, zodat wij snel op en neer konden om een ladekastje te kopen. Als we de achterbank naar beneden doen past het geval past net in de auto. Ik kan nog net een beetje in de achteruitspiegel kijken. Eenmaal vlak bij huis, rijdt er een auto naast mij van de Special Police Force. Het is een soort pick-up waarop ze bankjes hebben gemonteerd voor de met kalashnikovs bewapende agenten. Dit zijn de agenten die bij opstootjes ingezet worden, een soort ME’ers.

Ik haal de auto in en sla even later linksaf. De politiepick-up volgt mij kort erop. Hij haalt in en ik zie een gebaar uit de auto, wat ik niet gelijk kan (wil) interpreteren als een stopgebaar. Nog even ben ik bang dat ik hem afgesneden heb, maar dat is niet het geval. Dus rijd ik door en haal de, nu langzaam rijdende, pick-up weer in. Weer haalt de politieauto in en nu gaat hij vlak voor me rijden en maakt een duidelijk stopgebaar.

De zwaar gewapende mannen achterop gebaren ons uit te stappen en naar voren te lopen. Omdat het erg heet is buiten, willen ze zeker dat wij bij hun in de hete zon komen staan i.p.v. andersom. Uiteindelijk stappen de bestuurder en bijrijder uit en komen naast ons raampje staan. De sfeer is dan natuurlijk al bepaald.

“How are you?”
“Fine, bla bla bla..”
”Where are you from?”  En dan:
 “Wat heb je daar in je auto?”
“Een kastje”.
“Ah, een kastje…”,
“Het is in Oeganda een overtreding om een personenauto voor het vervoer van goederen te gebruiken”.
“Oh, hoezo? Er steekt toch niets uit, ik kan in de spiegels kijken, ik zie niet waarom dat niet zou mogen”.
“Onze wet is niet hetzelfde als jullie wet. De boete is 80.000 Shilling. Maar omdat de bank nu dicht is moet je de auto op het politiebureau achter laten, dan kun je morgen gaan betalen en hem weer ophalen”.

Klinkklare onzin vinden Menno en ik, dus we blijven gewoon zitten en proberen ons eruit te praten met een grapje. We wijzen ze op een passerende auto, waarvan de houtskoolzakken uit de achterbak hangt en de as bijna de grond raakt. Er wordt schaapachtig gelachen.

Het is lunchtijd merkt een van de agenten nadrukkelijk op. De gewapende agenten op de pick-up zitten zuchtend te zweten en kijken ons aan met een blik van “We hebben het heet en honger. Betaal ons maar lunch, domme muzungu.” Ondertussen voelen Menno en ik ons aardig geïntimideerd. We denken aan de kinderen die thuis zitten te wachten; we zijn al langer onderweg dan gepland. De auto inleveren is geen optie, boos worden ook niet. “Ok, hier is geld voor lunch,” zegt Menno en hij haalt een tientje te voorschijn. “Maar we zijn met z’n achten,” zegt de agent, wijzend op de kalasnikofs op de pick-up. “40.000 is genoeg. Anders kun je nu je auto inleveren.” “Geef hem dat geld,” zeg ik tegen Menno, ik ben het zat. En met een rare nasmaak, die nog de hele dag blijft hangen rijden we naar huis. Natuurlijk hadden ze die dag de bevoegdheid niet om ons aan te houden, bestaat die wet vast niet en hadden we hun nummerplaat moeten noteren en ze moeten rapporteren voor corruptie. Daar dachten we op dat bloedhete ‘gewapende’ moment niet aan. Zelf zijn we nu ook schuldig aan corruptie en hebben we daardoor eigenlijk geen recht tot klagen meer…Zo wordt het echt nooit wat!

Thursday, September 17, 2009

Koninklijk bezoek

Zijn we net bijgekomen van het koninginnedrama in Apeldoorn, hebben we hier in Kampala ook de poppen aan het dansen. Al komt dat misschien minder als een verassing. Want ondanks de 'democratie' van Museveni's partijenpolitiek die cohesie in de Oegandese samenleving zou moeten brengen, voelt men zich op de eerste plaats nog het meest verbonden met de eigen stam en eigen koningshuis.

Het Buganda koninkrijk is vrijwel het grootste en meest machtige. Aan het hoofd staat de Kabaka (koning) met aan zijn zij een parlement, compleet met ministers en raadslieden. De Baganda tribe beslaat een groot deel van centraal Oeganda, inclusief Kampala en ongeveer 17% van de bevolking noemt zicht Baganda. Luganda, de taal van de Baganda is de meest gesproken taal in Oeganda. Een voorwaarde van Museveni om de koninkrijken te behouden was wel dat deze geen politieke macht zouden uitoefen, maar louter een culturele waarde zouden hebben. De praktijk werkt natuurlijk anders uit.

Vooral nu de oppositie voet aan de grond probeert te krijgen is de kabaka's (gebrek aan) invloed een ingang om de kansen tegen Museveni te keren. De Kabaka kan immers rekenen op wijds support in de Kampala regio. Op 12 september had de Kabaka een bezoek gepland aan een van zijn districten, Kayunga. Een kleine minderheid in Kayunga, de Banyala voelt zich niet verbonden met de Baganda, en hebben hun eigen leider gekozen. De komst van de Kabaka werd niet gewaardeerd. Omdat de regering de veiligheid van de Kabaka niet kon garanderen tijdens het bezoek, werd het bezoek verboden. Natuurlijk viel dit niet goed bij de Kabaka en zijn gevolg. En zo werd een cultureel bezoek ter ere van 'jongerendag' toch een politieke kwestie.

De Baganda zijn op hun tenen getrapt. Kabaka supporters gaan de straat op, steken autobanden in brand en werpen wegblokkades op. De politie en het leger wordt met grof materiaal ingezet om de gemoederen te sussen. Met averechtse werking natuurlijk. Het is chaos in de stad. Plunderingen, brandstichtingen en protestanten die met traangas en levende kogels worden beschoten.

Natuurlijk ben ik van dit alles weer niet op de hoogte en rijd ik die ochtend de stad in om wat kopieën te laten maken voor de Nederlandse School. Pas ‘s middags als ik Polly stuur om de boekwerkjes op te halen blijkt hoe ernstig het is. Er zijn dan al 7 doden gevallen, waaronder een moeder met kind. Geraakt door een verdwaalde kogel in de zelfde straat als waar ik die ochtend te voet door heen liep op zoek naar een kopieerwinkel.

De volgende dag is het stil op straat als ik de kinderen naar school breng. Aangekomen blijkt dat veel ouders hun kinderen uit voorzorg al thuis hebben gehouden. Via de ambassade komt er een waarschuwing binnen om bepaalde gebieden te mijden. Ook is er een website opgericht waar je kunt rapporteren en bekijken waar de ongeregeldheden zijn. Via www.ugandawitness.net (die gebruik maakt van Google Earth) zie ik dat de rellen verspreid zijn over de hele stad en buitenwijken. De school stuurt alle ouders een sms dat de kinderen veilig zijn, maar dat we ze wel eerder mogen ophalen. Er klinken schoten in Ntinda, de wijk achter ons. Florence belt me om te zeggen dat ze stenen gooien rondom haar huis. Moeders van een andere internationale school krijgen te horen dat hun kinderen ‘vast zitten’ in de schoolbus en dat het nog wel uren kan duren voor ze thuis zijn. Het is 11 september.

Ondertussen had Lukas zijn verlate verjaardagspartijtje gepland op deze beruchte 11 september en sta ik met Joy ballonen op te blazen voor de party. Ik maak de legotaart op met de gebruikelijke kleurstoffen en bespreek nog even de plannen voor een website van een vriendin. Ondertussen vliegen de smsjes ons om het hoofd. Biepbiep, biepbiep, weer een. Over en weer peilen we onderling hoe de situatie ervoor staat. Het feest gaat gewoon door en om drie uur hebben we een huis vol kinderen rondrennen. Er wordt gezongen en naar hartelust gespeeld met de lego. Als het tijd is om naar huis te gaan wordt er nog even naar huis gebeld of de kust veilig is. Sommige besluiten via een omweg naar huis te rijden. Die avond blijft het rommelen. Ook de volgende ochtend horen we nog schoten. Maar dan is het genoeg vind iedereen. Ook de Kabaka heeft zich mokkend neergelegd bij het feit dat zijn bezoek niet door kan gaan. Voorlopig dan…

Saturday, September 12, 2009

Weg van de consumptiemaatschappij, terug in Kampala

Na 7 weken Nederland, Italië en Griekenland kon ik weer erg genieten van thuiskomst in Kampala. Of misschien is 'genieten' niet het goede woord. Ik bedoel dat er een soort rust over me heen kwam. Tevredenheid met wat we hier hebben, of misschien nog beter gezegd, wat we niet hebben. De stroom is geregeld uit, de inverter kan net een lampje laten branden. Het water uit de kraan is bruin en de thee smaak bagger. De telefoon was en is al weken dood, who cares! De schappen in de supermarkt zijn leeg. Met moeite zoek ik de noodzakelijke boodschappen bij elkaar. Droog brood, verlepte groente, zak pasta, tomaten in blik. Maar het geeft niet, want die overtollige vakantiekilo's moeten er toch weer af. En met die paar ingrediënten kook ik zo weer een smakelijk maaltje. Vaak denk ik hier terug aan mijn jeugd toen we statiegeldflessen verzamelden om een pak melk en meel te kunnen kopen voor pannenkoeken, of hoe m’n moeder heerlijke broodschotel maakte van droge korstjes. In Kampala is de melkprijs in een week tijd verdubbeld i.v.m. de droogte en daardoor lage productie en zelfs koeiensterfte. Ongezouten boter en kaas is haast niet te krijgen.

Ook ga ik weer makkelijk terug naar de dagelijkse routine: drie keer op en neer naar school over een stoffige hobbelweg. Koffiedrinken met roddelende moeders in de kantine, proberen te werken aan m'n websites met een haperend internet, Menno ophalen van z'n werk, koken, kinderen naar bed en op de luie stoel ploffen voor nog maar weer eens twee afleveringen van Jack Bauer's 24 season 7. Hoe simpel kan het leven zijn! En toch vind ik het heerlijk. Het huis weer lekker ruim, het weer is prachtig en de tuin is na een bui veranderd in een groene oase, de konijnen huppelen vrolijk los en de kat is ook weer gedomesticeerd na 7 weken ongestoord hagedissen en muizen vangen. Het sociale netwerk draait weer op volle toeren en ik ben begonnen met een heuse zwemcursus. Al goed en wel, maar sinds twee dagen hebben we toch weer kennis kunnen maken met de nadelen van het wonen hier. Het rommelt in Kampala. De korte lontjes zijn weer ontstokken...(wordt vervolgd)

Monday, June 8, 2009

Fukuwattes?


Fukuwarai. Nee, het is geen nieuw type sushi, geen cycloon die over het Aziatische continent wervelt. Het gaat niet over de laatste Kung Fu film van Jackie Chan, noch ben ook begonnen aan een vervolgcursus op mijn Jiu-jitsu en Nin-jitsu kwalificaties uit een ver verleden. Toch zit ik hier in the middle of Africa en zeurt dit Japanse woord door mijn hoofd. Ik moet er namelijk iets mee. Ik ben door het schoolhoofd aangewezen als coördinator van de international games workshop. Echt iets voor mij, want ik ben totaal geen spelletjes mens. Een jeugdtrauma overgehouden van regenachtige zondagmiddag "gezelligheid" in Nederland. Als ik het lijstje van traditionele spellen in mijn handen krijg lees ik: sjoelen (mijn idee), jeu de boules, croquet, mancala/kalah, het Afrikaanse spel met de kralen, en helmaal onderaan: fukuwarai. “Fukuwattes?” vraag ik nog. Maar de Japanse ouder die het had voorgesteld heeft de vergadering al verlaten.

Nog een paar dagen te gaan en ik heb nog maar 1 spel kunnen bemachtigen, laat staan dat ik weet wat fukuwarai is… Ik denk Mahjong, Mikado en dan…Google! Natuurlijk! Zelfs Wikipedia weet er raad mee, hele pagina’s fukuwarai. En wat blijkt…het is een opgeleukte versie van ons welbekende ezeltje prik en het schijnt een hele hype te zijn in Japan op oudejaarsavond. Dat is dan opgelost.

Ook de geleende sjoelbak staat hier al een hele week. Omdat het zonde is om hem zo in een hoek te laten staan hebben we hem afgelopen weekend met wat vrienden ingewijd tijdens een - jawel daar heb je het weer - gezellig Oudhollands avondje sjoelen. Die dachten dat het een geintje was en rekende hoogstens op een avondje gratis drinken. Maar de sjoelbak kwam op tafel, de stenen vlogen door de lucht en Menno en ik hebben iedereen subtiel ingemaakt!

Nu nog een croquet set en jeu de boules zien te regelen. Inmiddels ben ik ook al master 10e graad in fukuwarai …wie durft voor komend weekend?

Om te oefenen: online fukuwarai spel

Thursday, May 28, 2009

God's huis

Poster Church
Als je het niet breed hebt en elke dag een kostje moet bij elkaar scharrelen, dan kun je bij de pakken neer gaan zitten en je berusten in je lot. Van 2 naar 1 maaltijd per dag, niet te veel onnodige beweging. Slenteren, zitten, kijken, slapen en ademhalen. Zo zie ik veel arme Oegandese families in het sloppenwijkje dagelijks de dag doorbrengen. Meer keus dan dat hebben ze niet, zo lijkt het. Of je moet heel inventief zijn. Dan begin je een kerk.

Dat moet F gedacht hebben toen ze mij op een middag meedeelde dat God haar het sein had gegeven dat het nu de juiste tijd was om naar buiten te treden met haar plan. Het oprichten van een kerk gaat niet over één nacht ijs want de concurrentie op het gebied van de geestelijke verlichting is groot. Een verkeerde zet en je wordt aangewezen als een oplichter, een uitbuiter of een witchdoctor door een ‘collega’ pastor. Of ze stellen gewoon je idee. Dus al die jaren verzweeg F. haar missie. Ze woonde bijna dagelijks nachtelijke gebedsessie bij, vertaalde preken van het Engels naar Luo voor vrouwen uit haar gemeenschap en componeerde psalmen en liederen voor de zondagschool van haar kinderen. “Jesus is Lord!” prijkt de button op haar jurk als ze me een dagje komt helpen tijdens een feestje van de kinderen.

Toen haar roeping eenmaal was bekendgemaakt liet ze er ook geen gras over groeien. Ze mobiliseerde al haar contacten en hield een inzamelingsactie. Natuurlijk werd ik eerst gevraagd voor een financiële bijdrage, maar toen ik haar erop wees dat het initiatief veel meer kans van slagen had als de gemeenschap zelf iets bijdroeg, was ze me dankbaar voor het niet-geven van geld! Van de bij elkaar gesprokkelde centen werden palen en riet voor de dakbedekking gekocht. Trots laat ze me de foto’s zien van de eerste paal in de grond.

Even was het nog lastig om een geschikte plek te vinden, maar naar lang zoeken krijgt ze toestemming van een landlord om de berm van de nieuwe rondweg te gebruiken. Eerder moest ze vanwege diezelfde rondweg verhuizen, omdat alle woningen met een marge van 100m aan weerszijden met de grond werden gelijkgemaakt. Nu dat wegenbouwproject op de lange termijn geschoven lijkt te zijn, rukt de informele sector langzaam weer op met de bebouwing. De onteigende landlords (voor grote sommen afgekocht door de overheid) hebben in de informele sector gewoon hun rechten/aanzien behouden en dus nog steeds zeggenschap over het land.

Alles gaat voorspoedig en na een tijdje staat de kerk er(vooralsnog niet meer dan een hutje, maar wie zegt dat God's huis groot hoeft te zijn). Mijn bijdrage bestaat uit het maken van aanplakbiljetten voor de ‘grand’ opening. Helaas kunnen we er zelf niet bij zijn die zondagochtend, maar ik stuur onze tuinman om ons te vertegenwoordigen. Die komt later enigszins teleurgesteld thuis (goed dat we niet gegaan waren, zei hij, want we hadden ons erg ‘out of place’ gevoeld). Er waren welteverstaan 5 vrouwen (buren) en wat kinderen op de opening af gekomen. F laat zich echter niet uit het veld slaan en is de volgende ochtend laaiend enthousiast over de opkomst.

Een week later vraag ik haar nog eens hoe het met de kerk gaat. “Heel goed,” zegt ze, “Ik koop elke zondag voor 3000 Shilling maïsmeel en bonen en kook dan voor 27 kinderen die naar de kerk komen.” “Betalen ze je dan ook?” vraag ik. Dat is nog niet het geval, maar haar strategie is slim. “Als de kinderen eenmaal komen, komen de ouders ook. Dan ga ik een bijdrage vragen tijdens de preek”. Ja, zieltjes winnen is hier een business, brood op de plank! Weer een week later vertelt ze me dat ze van een stel wegwerkers een verordening heeft gehad om de kerk af te breken. Maar een welgemeende dreiging met de duivel en “Kom niet aan Gods huis” heeft ze voorlopig de mond gesnoerd. Ze mag nog even blijven…

Tuesday, May 19, 2009

Paranoia

Ik ben niet iemand die in elk hoekje een potentieel gevaar ziet. Integendeel, ik ga nogal eens zonder mobiel de deur uit, laat de kinderen met de tuinman buiten spelen in de aangrenzende sloppenwijk en geef ik met een gerust hart de huissleutel aan mijn hulp als we op vakantie zijn. Ook vind ik het geen probleem als ik alleen thuis ben ‘s avonds en er een onbekende gewapende beveiligbeambte op het erf rond loopt. Soms wil je er gewoon op vertrouwen dat het allemaal wel goed gaat, maar vaak ben ik misschien gewoon veel te naïef.

Anderen vertellen mij over de noodzaak van het installeren van panic buttons, het hebben van een honkbalknuppel naast het bed of een geheel met tralies afgesloten slaapvertrek (een zogenaamde anti-rapegate). Maar ook iets simpels als het maken van een contactlijstje als Menno op reis gaat, schiet er wel eens bij in. We hebben nog steeds geen lijst met noodnummers op de koelkast en de laatste tijd vergeet ik ook weer geld in een laadje te leggen voor het geval er iets met de kinderen is terwijl ik er even niet ben.

Wat ik wel consequent doe is de autodeuren op slot als we aan het rijden gaan, en de raampjes dicht in de file. Behalve van de week...

Zoals elke morgen breng ik Lukas met de auto naar school. Thijmen gaat dan gezellig mee, met z’n allen zingend in de ochtendspits. Deuren en ramen dicht…Want ik ken de risico’s. Zo hoor je regelmatig van gestolen handtassen vanaf de passagierstoel; een deur is nu eenmaal zo geopend. Zelfs je mobieltje kan door het open raam uit je handen worden gerukt (dat noem ik nogeens handsfree). Of, zeker niet grappig, er wordt heel af en toe wel eens een kind uit de auto gesleurd en ontvoerd.

We zien de man al van verre aankomen strompelen in zijn verwaarloosde kleren. Verwoede gebaren makend, vloekend tegen ongeveer iedereen en alles dat hij op z’n weg tegenkomt. “Wat doet die meneer?” Vraagt Lukas bedeest. “Die meneer is een beetje in de war,” probeer ik hem uit te leggen. We zien hoe de man op het raam van de autoruit van onze voorganger tikt en weer een tirade begint te houden. Thijmen zingt vrolijk door op de tune van Bassie en Adriaan en heeft niets in de gaten. Dan zie ik tot mijn schrik dat hij zijn raam wagenwijd open heeft staan. “Doe je raam dicht” roep ik hem nog toe. Maar het is al te laat. De man staat al naast ons. Als zijn gezicht voor het open raam komt, steekt Thijmen zijn hand op zwaait blij. Nu heb ik het echt benauwd. Maar dan in een flits van een seconde verandert de boze uitdrukking op het gezicht van de gek. Met een grote grijns en vriendelijke stem roept hij: “Hello mister!!” en maakt een saluerend gebaar naar Thijmen. “He”, zegt Lukas, “die meneer is gewoon aardig.” Opgelucht rijd ik door de slagbomen het veilige schoolterrein op.

Thursday, April 30, 2009

Baas boven baas

Overvolle klaslokalen, zittend op de grond, en ontbrekend lesmateriaal. Dat is het beeld dat regelmatig voorgeschoteld wordt als men aandacht vraagt voor verbetering van de onderwijskwaliteit in de derde wereld. Realistisch... zeker! Jammer genoeg is dit maar al te vaak de waarheid.

Maar op sommige privé-scholen in Kampala gaat het er weer heel anders aan toe. Gister was het de laatste schooldag van de eerste termijn en was ik getuige van een bizar tafereel.

Sinds wij hier wonen, sponsoren we het dochtertje van onze hulp. Omdat onze kinderen naar de internationale school gaan - betaald door de werkgever- wilden we het geld dat we daardoor uitsparen graag besteden aan goed onderwijs voor een Ugandees kind. Dus gaat P al twee jaar lang naar een eerste klas privé pre-school, krijgt ze Frans, leert ze zwemmen, is ze behendig op de computer en is ze (daardoor?) een heel ander meisje geworden. Geen overdreven beleefdheidsvormen of buigingen, maar gewoon een heerlijk open, ondeugend, ondernemend kind, zoals alle kinderen zouden moeten zijn op die leeftijd. Wat een beetje onderwijs al niet kan doen...

Nu had mevrouw dus haar verjaardag en dat mocht op school gevierd worden. Op de laatste dag van de term. Al dagen had ze het er over. Mijn hulp was er al zenuwachtig voor, want de juf had aangeven dat er minstens een taart en partybags met inhoud moesten komen. Ook was het gebruikelijk om iets te drinken mee te nemen. Dus bakte we een cake, versierde die met wat Smarties en zette er een kaarsje op dat 'Happy Birthday' zingt. De partybags besloot mijn hulp achterwegen te laten, want dat liet haar budget niet toe. Ik had nog wel aangeboden om figuurtjes uit te printen en die op een papieren zakje te plakken, goedkoop en leuk, dacht ik. Ook liet ik haar zien wat we in NL als traktaties uitdelen op scholen (een appel, met een paar prikkertjes omgetoverd tot egel, of een banaan met oogjes en gij hebt een heuse slang). Maar ze twijfelde of die creativiteit gewaardeerd zou worden. (ze 'moeten' snoep, anders is het geen traktatie!). De taart was spectaculair, de gekleurde bekertjes met ranja en een rietje heel feestelijk. Vond ik.

pre-primaryDe kinderen zaten geduldig te wachten in het kleurrijk versierde lokaal. P mocht 3 vriendinnetjes of vriendjes uitnodigen om haar te helpen bij het uitdelen. Ze kreeg een mooie feestmuts van de juf. "I am 5 years old now", stond er op. Wat bedremmeld staarde iedereen naar het taartje op de tafel. Was ze gewoon zenuwachtig of was er iets ernstig mis, vroeg ik me af. Waarom was ze niet blij? Er werden liedjes gezongen en de taart werd verdeeld. Toen zei een kind iets over de ontbrekende partybags en viel er een pijnlijke stilte. Een kwart van het taartje werd achter gehouden voor de directrice. Toen ik en P die later gingen brengen naar haar kantoor viel mijn oog op de boekenkast, waar nog 6 andere bordjes met grote stukken cake stonden. Het was de laatste dag, dus veel kinderen vierden nog even hun verjaardag. De directrice had tenminste wel een goede dag!

Toen de taart op was gingen we naar huis. Net toen wij het lokaal verlieten kwam een andere ouder met grote tassen en een taartdoos ter grote van een halve eettafel met opdruk van het Serena Hotel (het duurste 5 sterren hotel in de stad) de klas binnen. Deze ouder had duidelijk wel aan 'de norm' voldaan...

Monday, March 23, 2009

Nieuw blog: Berichten uit Uganda.

Met dank aan mijn Internetprovider UTL (Uganda Telecom) presenteer ik ons nieuwe blog. Niet dat ze er enige hand in hebben gehad, in tegendeel. Na verschillende telefoontjes met de helpdesk, e-mails tot aan het hoofd sales department en bezoeken aan mijn accountmanager heb ik het echt even opgegeven. De aanklacht? Als beginnend webdesigner is het nogal verontrustend om vast te moeten stellen dat iets 'simpels' als een ftp link niet werkt. Als ik niet eens mijn eigen website in de lucht kan houden, hoe moet dat dan…

Wisselen van provider dan maar gauw. Maar in Uganda is dat een keus tussen twee of drie kwaden en het kost ook nog eens een klein vermogen. Ondertussen is dit blog natuurlijk gewoon erg handig (en wie kan nog zonder blog of Facebook / Hyves tegenwoordig!). Trouwe lezers hoeven nu ook niet eindeloos te zitten wachten op een nieuw ellenlang verhaal dat eens per kwartaal uit komt. Misschien niet zo leuk als de eigen site, maar dat komt ook nog wel goed. Beloftes genoeg, ook van de Internetproviders hier. Met smart wacht ik op een veelbelovende kabel die de dagelijkse digitale snelweg file naar de satelliet enigszins ontlast. Klinkt als een nieuwe Northern Bypass…en wie Oeganda /Kampala een beetje kent weet dat dat waarschijnlijk nog meer ellende meebrengt.

Veel leesplezier met de 9 nieuwe posts hieronder!

Tevree met twee?

Onze kleine Thijmen is opeens echt een grote jongen.

Na ruim twee en half jaar is hij eindelijk van de borst. Geen gezeur meer om geheime missies onder codenaam 'Op Stoel'. Geen onpasselijk gesjor aan m'n shirt tijdens een bezoek aan een restaurant of op een feestje. Geen opmerkingen meer van Pakistaanse moeders op school over hoe ongehoord het is om een jongen na twee jaar nog borstvoeding te geven ."Want dan zijn ze zich er van bewust…" Wat!? Waarvan? Blote borsten, bedoelt ze dat nu echt? Ja, want een meisje magje blijkbaar langer borstvoeding geven. En waarom krijg ik steeds die adviezen over sambal en andere vieze goedjes op je tepels? Heb ik soms gezegd te willen stoppen of mijn kind te willen martellen?

Maar nu het zover is hoor je mij overigens niet klagen hoor. Alhoewel, met het stoppen van de borstvoeding lijkt ook de hele hormoonhuishouding ondersteboven te raken en daar had ik geen rekening mee gehouden. Verbeeld ik me dat nou of schreeuwt mijn lijf weer om een nieuwe zwangerschap? Pukkels, hoofdpijn, en andere vage klachten duiken opeens weer op. En krijg ik nu echt steeds meer vragen van anderen of we nog voor 'een derde' gaan?

Thijmen werkt ook helemaal mee aan het derde-kind-scenario, want sinds kort gaat hij met heel veel plezier naar een klein peuterschooltje voor drie ochtenden in de week. In plaats van dat ik denk, nu kan ik me wat gaan richten op mijn nieuwe carrière, denk ik: nu heb ik tijd voor een nieuwe baby. Ook heeft hij besloten dat we sinds kort niet meer hoeven te slepen met luiers. Binnen twee weken tijd zit meneer minstens zes keer per dag op het potje en produceert hij het ene "weer-een-klein drolletje-mamma!" na het andere. 's Nachts is hij zonder problemen droog. De truc bleek hem te zitten in beloven van een vervroegt verjaardagspartijtje. Dus hoewel hij voorlopig nog geen drie wordt, heeft hij zijn kaarsjes alvast geblazen en hebben we "happy birthday" gezongen ter ere van zijn prestatie.

Blijft de vraag: tevree met twee of toch...?

Verwachtingen bijstellen

Hoe zit het eigenlijk met het project EasySites waar ik afgelopen half jaar aan mee gewerkt heb? Het project is inmiddels op de rails en de cursisten zijn in principe klaar om van start te gaan als freelance webdesigners.

In principe zeg ik, want tot nu toe is het aantal sites dat ze hebben gemaakt beperkt. De middelen die we ze hebben gegeven (training, sitebuilder, forums, terugkomdagen, marketing materiaal, visitekaartjes etc) blijken toch niet voldoende motivatie te zijn om daadwerkelijk aan de slag te gaan. Om hun werk goed te kunnen doen, hebben ze goede internetverbinding in een internetcafé (en geld daarvoor) nodig en dat lijkt nu toch voor sommige de beperkende factor te zijn. Maar dat is het niet alleen. Tijdens de laatste geplande vergadering met alle cursisten kwamen er twee van de tien na ruim een uur wachten aanzetten. De rest liet zonder afbericht verstek gaan. De middelen van het bedrijfje waar ik voor werkte zijn helaas ook niet toerijkend om het hele EasySites project meer naamsbekendheid te geven wat een extra steuntje in de rug zou zijn. Ook mijn input is daardoor beperkt gebleven tot de eerste opzet. De Nedelandse ambassade liet weten geen financiele steun te kunnen geven aan een commercieel initiatief. Dat juist dit project een mogelijke grote toekomst perspectief beloofde voor een groep werkeloze Oegandesen bleek er niet toe te doen.

Zo lijkt dit ook weer een initiatief te worden met eenzelfde einde als Martens' zijn fotoproject in de eerdergenoemde documentaire. Maar goed, het heeft natuurlijk wat meer tijd nodig. Als er na elke trainingsronde twee enthousiaste kundige webdesigners overblijven is dat in principe een doel bereikt.

Waar begin ik aan?

Mijn nieuwe "carrière" als web-desiger lijkt nu een volgende fase in te gaan.
Met een betaalde opdracht achter de rug, een in de maak en nog een aantal verzoeken voor aanpassingen van bestaande websites gaat het balletje aardig rollen. Daar zou ik blij mee moeten zijn, maar het voelt vreemd. Want wil ik de stap wel maken?

Tuurlijk zegt een vriendin, je start toch lekker je eigen bedrijfje, eigen baas, dus eigen tempo, alles wat je verdient is meegenomen. Kon ik het maar zo simpel zien. Want wat doe ik met een Internetverbinding die het af laat weten, mijn (nog) beperkte kennis, werkvergunning, taksregistratie, en ben ik geen concurrentie voor de jongelui die we net hebben getraind met het EasySites project?

Natuurlijk niet, zegt een andere vriendin, er zijn er velen die binnen de expatgemeenschap wat bijklussen, er is geen haan die er naar kraait. En wat betreft kennis: al doende leer je. Dat laatste geld natuurlijk helemaal in het IT wereldje, wat je vandaag leert is morgen achterhaald, dus blijven leren moet je toch wel. En die expatmarkt is geen doelgroep voor EasySites, dus wat geeft het. Ik moet haar gelijk geven want dat laatste klopt ook. De paar potentiële klanten die ik sprak willen liever een site laten maken door een mede-expat, dan een jonge Oegandees die een hoop bling-bling op een site zet en denkt dat twintig verschillende lettertypes en kleuren mooi zijn. Voeg daar ook nog wat 'slang' en in SMS stijl geschreven tekst bij…Graag had ik nog verder gewerkt aan het EasySites project, maar dat zat er helaas niet in.

Dus daar gaan we: Heb je altijd al een website gewild, maar geen idee hoe het aan te pakken? Neem nu contact met mij op om te kijken wat er mogelijk is!

We mogen blijven

We hebben het echt naar ons zin in Kampala. Daarom heeft Menno zijn contract met
twee jaar verlengd.

Ook ons huis kunnen we na een meevallende huurverhoging gelukkig blijven aanhouden. Even dachten we dat de huurbazin net als vele huiseigenaren in onze buurt de huurprijs flink omhoog zou gooien (en de huren zijn al belachelijk buiten proporties voor expats). Ik had me toch niet ingebeeld dat ze de laatste tijd wel erg vaak even kwam buurten en dan zo hier en daar een opmerking plaatste in de trant van: "He Thijmen, wat was je weer aan het huilen vannacht." En: "Goh, de vorige huurder heeft me gevraagd of het huis nog vrij was, want ze wil het graag weer huren." En waarom informeert ze steeds maar naar de status van Menno's contract bij VECO? Gewoon gemeende interesse blijkt later.

Dat we langer blijven betekend ook dat we weer wat langere termijn kunnen denken. Tijdens een uitstapje naar een lokaal pretpark worden verliefd op een klein poesje dat ons tegemoet komt miauwen en besluiten hem te houden. Wij en een poes, we zijn helemaal geen poezemensen! Maar ja, je bent verliefd. Het beestje wordt Circus genoemd en is al gauw niet meer weg te denken.

Ook besluit ik de muren eens een verfje te geven. De keuken is eerst aan de beurt. Ik pak mijn camera en neem een foto van de muur en 'Photoshop' die net zolang tot ik een geschikte kleur heb gevonden (wat een ingeving!). Ik kies: 'Facebook blauw'. De hoge wand in de woonkamer wordt 'oranje boven'. De rest gewoon magnolia wit, want het is al weer gek genoeg.

Genieten van je eigen armoede

Zullen we onze buren dan maar vertellen dat ze vooral van hun armoede moeten genieten? Net zoals de Nederlandse journalist/kunstenaar/filmaker Renzo Martens doet in zijn documentaire "Episode 3:Enjoy Poverty".

Twee weken terug zaten we met een goed glas wijn en een bord vol met heerlijke hapjes op de bank voor een groot tv scherm. De projector snorde en iedereen had het zich comfortabel gemaakt in de riante bungalow. Ongeveer veertig man/vrouw, voornamelijk expats, waren op de uitnodiging afgekomen om de onofficiële Afrikaanse première van de documentaire bij te wonen. Al eerder had journaliste Marcia Luijten met haar Afrikalog column in de Pers verslag gedaan van de film. Dus wist ik dat we gingen kijken naar schokkende beelden van armoede, honger, dood, oorlog en controversie.

In de documentaire wordt de rol van NGOs en hulporganisaties weer eens aan de kaak gesteld. UNHCR, Artsen zonder grenzen (AZG), UNICEF, USAID…waarom moeten al die grote logo's ook alweer op de tenten van Kongolese vluchtelingen? Waarom verdienen fotografen goud geld met foto's van hongerbuikjes, kindsoldaten en rottende lijken in de jungle? Martens weet het antwoord. Met naald en draad (nu krijg ik de kriebels: Pas op lul, je prikt zo in haar vel!) naait hij een EU logootje op het hemd van een klein meisje."Voor de zichtbaarheid", deelt hij mee als haar vader hem vragend aan kijkt. Een groep jonge mannen van de in feesten-en-partijen gespecialiseerde lokale fotostudio geeft hij een crash cursus "ellende fotograferen." Iets meer naar links en dan komt het dikke hongerbuikje net iets beter uit. Als het kind kort daarna sterft galmt het gehuil van de moeder door de bungalow. Ik weet even niet waar ik moet kijken, dus check ik mijn telefoon of er geen berichtje is van Polly, die op Lukas en Thijmen past. Onze kinderen liggen heerlijk op een oor. Poeh.

Als ik weer kijk staat Martens voor een schoolbord. Aan de hand van een te simpel rekensommetje laat hij zien dat er goud geld verdiend kan worden met deze foto's. Dat de mannen de foto's aan de straatstenen niet kwijt kunnen is Martens even vergeten…want geen Internet, geen digitale camera's en vooral geen erkenning als (westers gediplomeerd) fotojournalist. "Haha, foto's maken in ons ziekenhuis met de intentie deze te verkopen," lacht de Artsen Zonder Grenzen directeur de groep jongens uit. Geen haar op m'n hoofd! En waarom de journalisten van de Daily Telegraph, BBC en CCN dan wel mogen fotograferen, vraagt Martens terecht. Dat is "communicatie" aldus de AZG baas. Teleurgesteld druipen de mannen af. "Sorry," mompelt Martens nog, "ik denk niet dat het gaat werken".

Als de film is afgelopen zitten we er allemaal wat bedremmeld bij. Een ambassademedewerker gooit nog even zout in de wonden met zijn vraag: "Wie van ons geloofd nog in het nut van zijn werk?" Het blijft akelig stil. Na een laatste borrel gaan we op huis aan. Iemand staat volledig ingeparkeerd met zijn auto en vraagt zich hard op af wiens auto het ongemak veroorzaakt. "Welk logo?" grap ik, maar erg grappig is het niet…Ik kom een bekende tegen. Op de vraag hoe het met ons gaat antwoord ik: "Goed, we genieten erg van onze tijd in Kampala."

Lees het interview met Martens in Vrij Nederland.

Sunday, March 22, 2009

Leven bij de dag

Aan alles merken we dat de armoede toe neemt. Gister kwam Mamma-Simon aan de deur vragen of ze alsjeblieft een voorschot kan krijgen van 2000 shilling (80 eurocent). Ze is ziek en heeft geen geld voor medicijnen, laat staan de middelen voor een bezoek aan de kliniek. Van het voorschot wil ze een pijnstiller kopen. Ik geef haar gelijk opslag voor deze maand (ze levert wekelijks een zak groenvoer voor de konijnen).

Blessing
Florence deelde vandaag met een grote zucht mee dat het schoolgeld van haar kinderen dit trimester is verdubbeld van 25.000 naar 49.000 shilling (15 euro). Daarbij eist haar huurbaas voortaan betaling aan het begin van de maand, omdat ze bang is dat huurders er voor het einde van de maand vandoor gaan. Zo trekken arme gezinnen vaak van het ene naar het andere krotje.

Ook Mamma-Jenny zie ik weer laveloos en tierend over straat zwalken. Haar dochtertje heb ik al een tijd niet meer gezien. Navraag in de buurt leert dat ze binnenshuis gehouden wordt omdat ze nog steeds niet kan lopen en rare bewegingen maakt met haar hoofd. Langdurige ondervoeding lijkt wel zeker een van de oorzaken hiervan. Haar buren vertellen ons dat ze hulp krijgt. Maar ze vertellen ook dat ze de voedselpakketen verkoopt om de drank van te bekostigen. Een van haar andere dochters heeft een lelijke wond aan haar gezicht. Als ik haar er bezorgt naar vraag antwoord ze dat moeder haar een klap heeft verkocht. Op de suggestie van Joy om de instanties in te schakelen wordt hevig gereageerd. We moeten ons er niet mee bemoeien, dat zijn de zaken van de familie. Eerder heeft Florence al geprobeerd Mamma-Jenny te betrekken bij haar kerkgenootschap, maar dat bleek ook geen lange termijn oplossing.

Helpen willen we wel, maar hoe?

Kredietcrisis

Helaas gooit de uitwerkingen van de kredietcrisis wel wat roet in het eten van de al dit 'optimisme' voor Afrika (zie voorgaande twee blog entries). Niet direct, want veel aandelen in de financiële markt heeft Oeganda niet. Maar er komt wel veel minder geld het land binnen via de verdiensten van Oegandesen in de diaspora. Ook de vraag naar grondstoffen uit het westen is minder vanwege afname in koopkracht. Tegelijkertijd blijven de beloofde verhoogde bijdrage van ontwikkelingsgelden uit. En daar hebben we meteen de drie grootste inkomstenbronnen van het land op een rijtje, dus tel uit je verlies.

Ook stonden we afgelopen maanden weer tevergeefs in de rij voor benzine. Dat de kredietcrisis ook een verlaagde olieprijs meebrengt, daar merken we helaas weinig van. Hoe dat kan? Niemand die het snapt, behalve de heren bij Shell, Total, Engen en natuurlijk de politiek. Maar die zwijgen…de verhoogde benzineprijzen brengen ongetwijfeld extra gelden in het laatje. Dat bepaalde mensen geen moeite hadden om benzine te krijgen werd ook al gauw bekend. Ja, dat snappen we dan wel weer.

Wij hebben een vrouw

Stiekem zijn we een beetje jaloers. Want Kenia heeft Obama. Er is weer hoop voor Afrika. Nu Obama lijkt te zijn gekozen tot president van Oost-Afrika…(eehh?) meent iedereen wel een verre verwant van de goede man te zijn.

Obama in KenyaKeniaanse studenten aan de Makerere Universiteit die vonden dat ze benadeeld werden ten opzichten van de Oegandese studenten demonstreerden en riepen Obama op voor gerechtigheid. En eiste vervolgens dat hij hun schoolgeld wel zou betalen. Waar eerst stickers met "God is onze Redder" prijkte op de achterruit van Matatu taxi busjes staat nu in gouden letters "Barack Obama". Er zijn Obama restaurants, Obama kapsalons, baby's die Obama of Michele zijn gedoopt en sinds kort is het Keniaanse biermerk "Senator" omgedoopt tot "President". Iedereen is het er wel over eens dat Obama de beste keus was. Alleen jammer dat hij geen vrouw is…

Wat dat betreft zijn de kansen voor Oeganda beter. 'Wij' hebben Janet Museveni (de vrouw van president Museveni) die onlangs geheel onverwachts tot Minister van Karamojo Zaken in het kabinet is benoemd. Vele critici denken dat Museveni vastberaden is om niet af te treden in 2011. Maar volgens mij is het zo klaar als een klontje…Uganda heeft straks de primeur voor Oost-Afrika: Janet for president!

Saturday, March 21, 2009

Kerstgevoel

Aan weerzijden van de weg zien we huisjes met voor elke deurpost twee bananenplantstengels, daartussen is een dunne strook bananenvezel gespannen die vervolgens als een slinger versierd is met bloemen, takken en in sommige gevallen ballonnen of zelfs kleurig wc papier.

Het is eerste kerstdag en we rijden door een prachtig groen heuvellandschap in de omgeving van Fort Portal, het kratermerengebied. Langs de weg niets anders dan blije mensen, meisjes in prinsessen jurken, jongetjes opgedoft in miniatuur maatkostuum compleet met stropdasje. Omaatjes in hun mooiste jurk, krom maar nog fier. Iedereen is op weg naar de kerkdienst, of alweer op huis aan, waar met een beetje geluk een kerstmaaltijd op tafel staat. Sommige mannen zitten al aan een potje bier onder de boom. Anderen zijn nog druk het erf aan het vegen enzetten net de plastic stoelen buiten voor de familieleden die eens per jaarop bezoek komen uit de stad. Kerst in Oeganda…Ja! Kerst in Uganda. Het kan, het leeft, het gevoel is er… een beetje.

s' Avonds zitten we met een groep rond een groot kampvuur en zingen we kerstliederen. Als de inspiratie even op is neuriet iemand zachtjes "Do they know it's Christmas…" de goedbedoelde hit van Bob Geldof's Band Aid uit de jaren tachtig. Wat klinkt dat opeens ontoepasselijk.